Ze gaf een inspirerende presentatie met veel tips om onze omgeving te verbeteren op het gebied van groenbeheer. Soms door ingrepen te doen, maar vaker juist door die te laten! Door bijvoorbeeld een omgevallen boom te laten liggen op een geschikte plek. Ook waarschuwde ze voor maatregelen met ongewenste bijeffecten, zoals de bestrijding van eikenprocessierupsen met aaltjes. Door deze aanpak worden ook andere rupsen en larven bestreden, waardoor er een voedseltekort voor jonge vogels ontstaat.
Marian pleitte voor invoering van de zogenaamde 3-30-300 regel: iedereen zou minimaal 3 bomen moeten kunnen zien vanuit huis, iedere wijk moet voor minimaal 30% uit bladerdek bestaan en niemand zou verder dan 300 meter van een park of groene ruimte moeten wonen.
Deze 3-30-300 regel is uitgedacht door de in Wageningen opgeleide groen-expert Cecil Konijnendijk van den Bosch, nu directeur van het Nature Based Solutions Institute in Canada. Uitzicht op bomen is volgens hem aantoonbaar goed voor onze mentale gezondheid en welbevinden. Voldoende groen in een wijk zorgt ook voor meer koele plekken, meer sociale interactie en mogelijk minder luchtvervuiling en geluidsoverlast. Tot slot draagt nabijheid van een park waar mensen kunnen recreëren, wandelen en fietsen bij aan hun gezondheid en de leefbaarheid van de stad. “Tijdens de lockdowns hebben we allemaal gemerkt hoe fijn het is om buiten in een groene omgeving te recreëren. In sommige parken werd het zelfs veel te druk. Het is belangrijk om ons groen te beschermen en verder uit te breiden.”
De volgende thema-avond is 26 februari 20.00-21.30 u met de medewerking van Ralf ter Beek, Walter van Dijk en Jos ter Woerds over Groen in de stad. U bent van harte welkom na aanmelding.